Installateurs in transitie – anders denken om aan de bal te blijven

Hoe blijft de installateur aan de bal bij grootschalige uitrol van integrale renovaties? Dat de installateur niet meer gewoon alleen zijn ding kan doen en de installaties moeten passen bij de energieprestatie van het gebouw is een feit. Omdenken is vereist voor de installatiesector én daarbuiten. 

Door Clarence Rose

Vuistregels werken niet meer en je marges gaan eraan…

Voorheen kon een installateur goed uit de voeten met kennis van zijn producten en wat richtlijnen voor de verbindingen met en door het gebouw. En was je klaar met een offerte, uitvoering conform bestek en oplevering van het geïnstalleerde systeem. Nu, bij hoogwaardige schilrenovatie gaat de energiebehoefte voor verwarming gerust tot een tiende (!) zakken van de bestaande situatie. Dit betekent serieus omdenken voor de installateur. Je vuistregels voor het dimensioneren gelden ineens niet meer en overgedimensioneerde en niet goed afgestemde installaties vallen snel door de mand als het gaat om energieprestatie of een gezond binnenklimaat.

En boven op alles gaan ook nog je marges eraan, omdat blijkt dat minder en kleinere installaties zijn gewenst, terwijl je het gepriegel met luchtdichte aansluitingen moeilijk kunt doorfactureren. Geen wonder dat het nog niet hard gaat in de installatiebranche. Als we in de huidige mindset “snel van het gas los” gaan, en bijvoorbeeld warmtepompen in tochtige woningen aanbrengen – schep je je opdrachtgevers én de maatschappij op met torenhoge energierekeningen en overbelaste energienetten, als we de wintermaanden in de nabije toekomst door moeten zien te komen zonder fossiele brandstoffen. En het binnenklimaat wordt er niet beter op.

Installaties maken integraal deel uit van geïsoleerde gebouwen – Afbeelding: Azimut Bouwbureau

Ervaring met passiefhuizen en integrale schil-renovaties

Met een integrale benadering van gebouwschil en installaties en met de kennis van dit samenspel is het juist vrij eenvoudig om comfortabele, gezonde en vooral betaalbare gebouwen te maken met je installaties. Hierover is de afgelopen decennia, onder andere door het Passive House Institute, veel onderzoek gedaan. Het is zeer de moeite waard om daar kennis van te nemen. De kostenefficiëntie ontstaat door gebouwdelen op een slimme manier samen te laten werken. Zo zorgt bijvoorbeeld een luchtdichte gebouwschil voor een veel beter te sturen ventilatieluchtstroom. Hierdoor bereik je een aangename, gezonde binnenlucht met minder toe- en afvoerlucht. Minder ventilatie betekent minder ventilatorenergie, minder geluid en minder warmteverlies in de winter.

Installateur bij integrale schil-renovatie: meteen aan tafel jongens!

Integrale samenwerking is dé sleutel voor een succesvolle omschakeling van de installatiebranche naar energieneutraal bouwen. De installateur moet al in een vroeg ontwerpstadium aan tafel zitten. Elk uur aan de voorkant spaart 10 uur trouble-shooting als een ontwerp niet goed is doordacht. Met een integrale renovatie met een hoogwaardige schil en goed afgestemde installaties wordt de energieprestatie van een gebouw goed voorspelbaar en worden gebruikersinvloeden beperkt. Dit maakt prestatiegarantie op gebouwniveau mogelijk en opent de deur naar betaalbare financiering. Dus, jongens, koppen bij elkaar, als installateur valt er eer aan je werk te halen door aan te sluiten aan de adequate eerste stap: beperk de energiebehoefte.

Afstemming is vereist bij integrale schil-renovatie

Een afgestemde installatie is hierin cruciaal. Zo kunnen bijvoorbeeld (traditioneel) niet geïsoleerde warmteleidingen in de winter al een groot deel van de energiebehoefte dekken, maar worden in de zomer reden van oververhitte bewoners. Of leidt de goedbedoelde extra ventilatie tot droge lucht in de wintermaanden.

Energieleverende ramen: goed geïsoleerd en op het zuiden georiënteerd kunnen ramen een groot aandeel leveren in de verwarming van een gebouw – Afbeelding: Azimut Bouwbureau

Comfortklachten en onverwachts hoge energierekeningen bij energieneutrale renovatieprojecten zijn vaak gevolgen van onnodige denk- of systeemfouten. Met een integrale benadering van gebouwschil en installaties en met de kennis van dit samenspel is het juist vrij eenvoudig om comfortabele, gezonde en betaalbare gebouwen te maken.

Of zonnewarmte. In een op het zuiden georiënteerd en goed geïsoleerd gebouw dekt de zon een groot deel van de warmtebehoefte in hartje winter. Bij -2 °C schijnt namelijk altijd de zon. Dus in een goed ontworpen gebouw kan dan de verwarming uit. Die paar uur zoninstraling zijn dan genoeg warmtetoevoer om het gebouw op temperatuur te houden tot de volgende dag.

Warmtepomp-compacttoestel: hoogstandje van synergie

Maar er zijn er veel meer. Een synergetisch hoogstandje van techniek is het warmtepomp-compacttoestel. Dit apparaat in koelkastformaat voorziet in alle behoeften van een moderne energieneutrale of passieve woning, ventilatie, verwarming, koeling, warm water en zelfs de aansluiting op een thermische zonnecollector of bodemwarmtewisselaar. Energiebron van de warmtepomp is de afvoerlucht van de ventilatie na de WTW. Dus er wordt slim gebruik gemaakt van de luchtstroom die sowieso door het afvoerkanaal naar buiten “waait” door de balansventilatie. Dat spaart een hoop energie bij de warmwaterproductie. Het leuke van dit apparaat is dat de onderdelen integraal op elkaar zijn afgestemd en door de weinig benodigde handelingen op de bouw het risico op aansluitfouten drastisch is verlaagd. Montage als ook onderhoud zijn in één hand. Dat soort ontwikkelingen geven een belangrijk impuls voor betaalbaar energieneutraal bouwen. Als installateur kun je er echt mee aankomen.

Installaties maken deel uit van de luchtdichte thermische schil

Het begint allemaal met luchtdicht bouwen. De bouwkundige kant en de installatietechniek komen hier dicht bij elkaar. Zo draagt ook de installateur verantwoordelijkheid voor een luchtdichte uitvoering. Doorvoeren door de thermische schil kunnen echte bottlenecks worden als je er niet van te voren over na hebt gedacht. Wat betreft de luchtdichte schil, maar ook de thermische onderbreking door installaties verdient volle aandacht.

Niet meer van deze tijd: een ongeïsoleerde standleiding zorgt in een energieneutraal passiefhuis voor discomfort en condens. – Afbeelding: Warmtebeeldcontrole.nl

Waar je vroeger gewoon een gat maakte voor nog een extra standleiding als er ergens een afvoer bij moest, hoor je daar in een energieneutraal gebouw echt anders over te denken. Een standleiding meer of minder scheelt al gauw 5-10% in de energiebehoefte voor verwarming.

Voorkomen is beter dan genezen: rioolbeluchters maken standleidingen overbodig – Afbeelding: Azimut Bouwbureau

En dan hebben we het over goed geïsoleerde standleidingen, vanaf kelder tot dak, met een mantel van minimaal 5 cm! In een hoogwaardig geïsoleerd gebouw, waarin alle binnenoppervlakken warm zijn, zorgt een koud luchtkanaal namelijk niet alleen voor relatief veel warmteverlies maar ook voor condens- en schimmelvorming. Koude kanalen zijn dus onderdeel van de thermische schil.

Verruim je kennis

Het is allemaal niet zo ingewikkeld als het lijkt. Met mijn betoog bedoel ik niet dat de installateur bouwkunde moet gaan studeren of andersom. Maar het is belangrijk dat installateurs een nieuw gevoel ontwikkelen voor de energetische en bouwfysische samenhang bij een energieneutrale aanpak. Kennisinstituut KERN biedt een speciale cursus voor installateurs die meer willen leren hoe energieneutraal bouwen echt duurzaam, gezond én betaalbaar wordt. De docenten van deze cursus zijn doorgewinterde experten op het gebied van energieneutraal bouwen en renoveren, die hun ervaringen graag delen vanuit verschillende specialismen.

Een variant op deze blog is eerder gepubliceerd op installatie.nl.

Delen