Certificeringseisen PHI-standaard Energiezuinig gebouw voor energetisch lastige projecten. Juist projecten, waarbij de Passiefhuisstandaard niet mee haalbaar is, hebben baat bij een hoogwaardige kwaliteitsborging. Hiervoor is de Certificeringseisen PHI-standaard Energiezuinig gebouw, een Passiefhuisstandaard light. Passief bouwen wordt zo haalbaar met bijna alle zeer energiezuinig bouwen projecten, in bijna alle situaties. De controle op de details van de thermische schil, de invoer van de berekening en op de uitvoering op de bouwplaats zijn cruciaal voor het beoogde comfort en een gezond binnenklimaat bij gebouwen met een hoogwaardig geïsoleerde gebouwschil.
De PHI-standaard Energiezuinig gebouw
Juist energetisch lastige projecten, waarbij de Passiefhuisstandaard niet mee haalbaar is, hebben baat bij een hoogwaardige kwaliteitsborging. Hiervoor is de Certificeringseisen PHI-standaard Energiezuinig gebouw, een Passiefhuisstandaard light. Passief bouwen wordt zo haalbaar met bijna alle zeer energiezuinig bouwen projecten, in bijna alle situaties. De controle op de details van de thermische schil, de invoer van de berekening en op de uitvoering op de bouwplaats zijn cruciaal voor het beoogde comfort en een gezond binnenklimaat bij gebouwen met een hoogwaardig geïsoleerde gebouwschil.
Snel navigeren:
PHI-standaard Energiezuinig gebouw: Passiefhuis-certificering bij lastige projecten
Waarom deze standaard?
Kwaliteitsborging, juist als het moeilijk blijkt
Voor welke projecten is de PHI-standaard Energiezuinig gebouw geschikt?
De certificeringseisen voor de PHI-standaard Energiezuinig gebouw
Toelichting tabel
Aanvullende algemene eisen
Hoe gaat een gebouwcertificering volgens de PHI-standaard Energiezuinig gebouw in zijn werk?
Waar kan ik terecht voor een passiefhuiscertificering?
PHI-standaard Energiezuinig gebouw: Passiefhuis-certificering bij lastige projecten
Waarom deze standaard?
Niet alleen bij renovatie maar ook bij nieuwbouwprojecten zijn er vaak minder optimale omstandigheden voor het energetisch ontwerp van een gebouw. Denk daarbij aan een stedenbouwkundig programma waarbij er geen of weinig zuid-georiënteerde ramen mogelijk zijn. Dit heeft natuurlijk zijn weerslag op de mogelijke zonnewinsten en kan leiden tot een meer dan 50% grotere energiebehoefte. Maar ook aanwezige schaduwobjecten door naburige gebouwen, bomen e.d. kunnen een energetisch nadelige impact hebben op het gebouw. Of ook bij kleine bouwvolumes, waarbij aaneenschakeling of stapeling niet mogelijk is, zijn er extra de kWh-tjes per m2 door de relatief grote verliesoppervlakte.
Hoe dan ook, soms is de passiefhuisstandaard gewoon niet op redelijke manieren haalbaar. Ook al doe je, samen met je ontwerpteam, nog zo je best om te komen tot een passiefhuisontwerp. Wat doe je dan?
Kwaliteitsborging, juist als het moeilijk blijkt
Als opdrachtgever wil je ook dan zeker weten dat de kwaliteitsbelofte, waar je met een gecertificeerd passiefhuis op aan kunt, wel waar wordt gemaakt. Je wilt dan ondanks de hogere energiebehoefte toch een gezond en comfortabel en – nog steeds – echt energiezuinig project realiseren. Daarvoor is de PHI-standaard Energiezuinig gebouw bedoeld.
Voor welke projecten is de PHI-standaard Energiezuinig gebouw geschikt?
De PHI-standaard Energiezuinig gebouw is geschikt voor alle passiefhuisnieuwbouwprojecten waarbij het niet lukt om aan de passiefhuisstandaard te kunnen voldoen. Deze certificering is dus mogelijk bij alle soorten gebouwen, woningbouw van tiny-house tot appartementsgebouw, utiliteit van kantoorgebouw tot sportaccommodatie met binnenzwembad.
De certificeringseisen voor de PHI-standaard Energiezuinig gebouw
Tabel 1: Eisen PHI-standaard Energiezuinig gebouw
Eisen1 | Alternatieve eisen2 | |||
Verwarming | ||||
Energiebehoefte voor verwarming | [kWh/(m²a)] | ≤ | 30 | |
Koeling | ||||
Energiebehoefte voor koeling | [kWh/(m²a)] | ≤ | Eisen Passiefhuisstandaard3 + 15 | |
Luchtdichtheid | ||||
Luchtwisseling bij test n50 | [1/h] | ≤ | 1,00 | |
Hernieuwbare primaire energie (PER)4 | ||||
PER-behoefte5 | [kWh/(m²a)] | ≤ | 75 | Overschrijding van de eisen tot +15 kWh/(m²a) is toegestaan… |
Opwekking hernieuwbare energie6 (gerelateerd aan de bebouwde terreinoppervlakte) |
[kWh/(m²a)] | ≥ | – | …mits bovenstaande afwijking gecompenseerd wordt door extra opwekking. |
Handige links:
Landingspagina passief bouwen
Kwaliteitsborging:
Passiefhuiscertificering algemeen
Certificeringseisen Passiefhuisstandaard
Certificeringseisen EnerPHit-standaard
Passiefhuis-productcertificering
Passiefhuis-professionals:
Wie doet wat bij passief bouwen?
Gecertificeerde passiefhuisontwerpers en -adviseurs
Gecertificeerde passiefhuis-professionals
Cursussen:
Basiskennis passief bouwen
Verdieping passief bouwen
Relevante blogs:
Blogs passief bouwen
Blogs kwaliteitsborging passiefhuis
Uitgelicht:
Kans voor investeerders: factor-10-renovatie appartementsgebouwen
Passiefhuisstandaard bij Zweedse scholen
Toelichting op de tabel
1 De eisen en alternatieve eisen gelden voor alle klimaatzones wereldwijd. De referentieoppervlakte voor alle grenswaarden is de verwarmde vloeroppervlakte (VVO) berekend volgens de laatste versie van het PHPP-handboek (uitzonderingen: opwekking van hernieuwbare energie gerelateerd aan de geprojecteerde bebouwde terreinoppervlakte en luchtdichtheid gerelateerd aan het nettoluchtvolume).
2 De twee alternatieve eisen met een dubbele lijn mogen samen in de plaats komen van de twee aangrenzende eisen met een dubbele lijn aan de linkerkant.
3 De basis is het maximum van de twee alternatieve Passiefhuiseisen voor de energiebehoefte voor koeling. Het Passiefhuis-eis voor de koellast is niet van toepassing. De eis die geldt voor het betreffende gebouw wordt automatisch berekend in het PHPP en weergegeven in het werkblad “Eindresultaat”.
Toelichting Primaire Energie
4 De grenswaarden voor de PER-behoefte en de opwekking van hernieuwbare energie werden voor het eerst ingevoerd in 2015. Als alternatief voor deze twee eisen kan de PHI-standaard Energiezuinig gebouw gedurende een overgangsfase worden beoordeeld aan de hand van het de eis voor de niet-hernieuwbare primaire energiebehoefte (PE) van QP ≤ 120 kWh/(m2a). Het PHI kan aangepaste nationale grenswaarden specificeren op basis van nationale primaire energiefactoren. De gewenste beoordelingsmethode kan worden geselecteerd in het PHPP-werkblad “Eindresultaat”. Hierbij moet profiel 1 van de primaire energiefactor in het PHPP moet worden aangehouden.
5 Energie voor verwarming, koeling, ontvochtiging, warm water, verlichting, hulpenergie en huishoudelijke energie is inbegrepen. Deze grenswaarde geldt voor woongebouwen en typische onderwijs- en kantoorgebouwen. In het geval van afwijkend gebruik, bij een extreem hoog elektriciteitsverbruik, kan de grenswaarde ook worden overschreden na overleg met het PHI. Hiervoor is een bewijs van efficiënt gebruik van elektrische energie nodig voor alle relevante verbruikers en systemen, met uitzondering van bestaande apparatuur die al eerder eigendom is geweest van de gebruiker en waarvan een verbetering van de elektrische efficiëntie door aanpassing of vervanging niet economisch haalbaar zijn gedurende de levenscyclus.
Toelichting opwekking hernieuwbare energie
6 Niet gebouwgebonden opwekinstallaties voor hernieuwbare energie mogen ook worden meegeteld (met uitzondering van gebruik van biomassa, installaties voor de opwekking van energie uit afval en geothermische energie): hierbij tellen alleen nieuwe installaties mee (d.w.z. installaties die niet in gebruik zijn genomen vóór het begin van de bouw van het gebouw) die eigendom zijn van de gebouweigenaar of de (langetermijn)gebruikers (eerste aankoop).
Aanvullende algemene eisen
Eisen m.b.t. frequentie temperatuuroverschrijding
Het percentage uren per jaar met een ruimtetemperatuur boven 25 °C in gebouwen zonder actieve koeling: ≤ 10 %.
In gebouwen met actieve koeling dient het koelsysteem voldoende te zijn gedimensioneerd.
Eisen m.b.t. frequentie overmatige vochtigheid
Het percentage van het aantal uren per jaar met een absolute luchtvochtigheid binnenshuis van meer dan 12 g/kg
- zonder actieve koeling: ≤ 20
- met actieve koeling: ≤ 10
Eisen m.b.t. minimale thermische isolatie
De minimale thermische isolatie wordt meestal al bereikt door de strengere specifieke eisen voor de gebouwcertificeringen. De hieronder genoemde eisen hoeven daarom normaal gesproken niet apart in overweging te worden genomen bij toepassing van typische passiefhuis-elementen. Als in individuele gevallen met hogere U-waarden niet wordt voldaan aan de comforteisen, verschijnt er een rode waarschuwing voor de betreffende bouwdeel in het PHPP.
Vochtbescherming
De temperatuur van het binnenoppervlak van het bouwdeel, fRsi=0,25 m²K/W ≥ 0,70 (in gematigd-koud klimaat). Daarnaast dienen alle standaard doorsneden en aansluitdetails zo te worden ontworpen en uitgevoerd dat overmatige vochtophoping in de constructie van het bouwdeel bij normaal gebruik kan worden uitgesloten.
Gebruikerstevredenheid
- Uitzonderingen op de onderstaande eisen voor het borgen van gebruikerstevredenheid zijn in gerechtvaardigde gevallen mogelijk, mits er geen significant verminderde gebruikerstevredenheid te verwachten is.
- Alle verblijfsruimten dienen ten minste één raam te hebben dat open kan.
- Verlichting en tijdelijke zonwering zijn bedienbaar door de gebruiker. Daarbij heeft handmatige bediening voorrang op automatische bediening.
- Bij actieve verwarming en/of koeling is de binnentemperatuur door de gebruiker ten minste per gebruikseenheid regelbaar.
- De dimensionering van de verwarmings- of koelinstallatie kan de streeftemperaturen voor verwarming of koeling ook in de pieklastsituatie garanderen.
Eisen ventilatiesysteem
Regelbaarheid: De ventilatievolumestroom moet kunnen worden afgestemd op de werkelijke behoefte. In woongebouwen moet de volumestroom voor elke wooneenheid individueel regelbaar zijn door de gebruiker (er zijn drie niveaus aanbevolen: normaalstand / normaalstand +30% /normaalstand -30%).
Luchtverversing in alle ruimten: Alle ruimten binnen de thermische gebouwschil moeten direct of indirect (overstroom) aangesloten zijn op een ventilatiesysteem met voldoende volumestroom. Dit geldt ook voor ruimten die niet worden gebruikt voor permanente bewoning door personen, mits de mechanische ventilatie van deze ruimten geen onevenredige inspanning vereist.
Te lage relatieve binnenluchtvochtigheid: Als het PHPP aangeeft dat de relatieve vochtigheid gedurende een of meer maanden lager is dan 30%, zijn doeltreffende tegenmaatregelen nodig (bijv. vochtterugwinning, luchtbevochtigers, automatisch geregelde vraag- en/of zone-regeling, uitgebreide doorstroomventilatie of monitoring van de werkelijke relatieve vochtigheid met de mogelijkheid om de maatregelen achteraf in te voeren).
Geluidsniveau: Het ventilatiesysteem mag geen geluidshinder veroorzaken in verblijfsruimten bij standaard volumestroom. Standaardwaarden voor het geluidsniveau zijn daarom:
- ≤ 25 db(A): Verblijfsruimten voorzien van toevoerlucht in woongebouwen en slaapkamers en rustruimten in utiliteitsgebouwen
- ≤ 30 db(A): Ruimten in niet voor bewoning bestemde gebouwen (behalve slaapkamers en ontspanningsruimten) en ruimten met luchtafvoer in woongebouwen
Tocht: Het ventilatiesysteem mag geen onaangename tocht veroorzaken.
Hoe gaat een gebouwcertificering volgens de PHI-standaard Energiezuinig gebouw in zijn werk?
Een certificering volgens de PHI-standaard Energiezuinig gebouw werkt vergelijkbaar met de passiefhuiscertificering. Daarvoor volgt de certificering de fases van het ontwerp en de uitvoering. Het beste kun je er in een zo vroeg mogelijk stadium mee beginnen, dat voorkomt onnodige (ontwerp-)fouten en kosten voor herstel. Zie hier de toelichting over kwaliteitsborging met gebouwcertificering.
Ik wil mijn project laten certificeren – Waar kan ik terecht voor een passiefhuiscertificering?
Een aan het Kennisinstituut KERN verbonden en door het PHI geaccrediteerde passiefhuis-gebouwcertificeerder is Clarence Rose. Bekijk ook de lijst van passiefhuis-certificeerders wereldwijd.