Energieneutraal bouwen en renoveren: adequaat verwarmingsvermogen vereist
Met een goed ontworpen verwarmingsinstallatie bereik je het gewenste thermisch comfort én voorkom je energieverspilling. Het verwarmingsvermogen in een zeer energiezuinige BENG verschilt nogal van dat in traditionele gebouwen. Logisch. Maar toch gaat het vaak mis met de berekening van de warmtecapaciteit en klampen installateurs zich vast aan vertrouwde berekeningsmethodes. De verwarring wordt compleet als je met een nZEB-tool/PHPP-berekening aan komt zetten. Hoe zit dat? In een recent verschenen whitepaper zet Kennisinstituut KERN de ins- en outs voor een adequate verwarmingsinstallatie in BENG-gebouwen voor u op een rij.
Door Clarence Rose, expert energieneutraal bouwen en docent Kennisinstituut KERN
Regelmatig krijgen wij installateurs aan de telefoon die zich absoluut niet kunnen vinden in de met de nZEB-tool/PHPP bepaalde verwarmingscapaciteit. Door ons ontworpen BENG en passiefhuizen volstaan vaak met een zo’n 10 tot 12 W/m2. Dat is wel erg karig volgens hen. En de angst dat het niet warm wordt en dan met de vinger naar hen wordt gewezen is begrijpelijk. Deze angst verdampt gewoonlijk na hun eerste gerealiseerde passiefhuisproject. Maar tot dat moment helpt hopelijk deze toelichting op de berekeningsmethodieken nZEB-tool/PHPP en de ISSO 51.
Adequate dimensionering verwarmingsvermogen noodzakelijk
Als installateur ben je wettelijk verplicht om overcapaciteit van de verwarmingsinstallatie te voorkomen. En ook in de opkomende trend van zeer energiezuinige renovaties met prestatiegarantie is een juist gedimensioneerde installatie cruciaal. Maar hoe dat moet is nog geen gemeengoed. Het vermogen van verwarmingsinstallaties voor gebouwen wordt met een warmte-verliesberekening bepaald. Alhoewel het Bouwbesluit adequate dimensionering eist is er geen directe verwijzing naar een norm of berekeningsmethode hiervoor. Het staat je dus als installateur in principe vrij hoe je het afgiftevermogen van de verwarming bepaalt.
Schakels in de NEN-EN 12831-1
Voor woningen en woongebouwen bijvoorbeeld berekenen Nederlandse installateurs de warmtecapaciteit vaak met behulp van de ISSO publicatie 51. Dit is een afgeleide van de NEN-EN 12831-1. Deze norm is in 2017 aangepast om rekening te houden met de veranderende warmtebehoefte in steeds beter geïsoleerde gebouwen. Belangrijke schakels in deze norm voor een bijstelling op de situatie van (zeer) energiezuinige woningen zijn o.a. de variabele ontwerpbuitentemperatuur, de zekerheidsklasse voor verliezen naar de buren en de te reduceren opwarmtoeslag.
Verwarmingsvermogen nauwkeuriger met de nZEB-tool/PHPP
De energiebalansberekening nZEB-tool/PHPP is specifiek ontwikkeld voor zeer energiezuinige gebouwen, passiefhuizen. De PHPP ontstond tijdens wetenschappelijke experimenten in 1989 als eenvoudige Excel-spreadsheet. Sindsdien is deze energiebalansberekening bijgeslepen aan de hand van intensieve monitoring in de praktijk. De pieklast voor verwarming is ook gestaafd aan uitgebreid onderzoek met dynamische berekeningen. Zo is deze tool in staat om de werkelijke energiebehoefte en de pieklast van zeer energiezuinige gebouwen nauwkeurig te voorspellen. De PHPP is inmiddels een wereldwijd gewaardeerd ontwerp-gereedschap. Het is in Nederland verkrijgbaar als nZEB-tool en zeer geschikt voor BENG.
Een integrale kijk op het gebouw als totaal is vereist voor een passend ontwerp van de verwarmingsinstallaties. Als je weet wat je doet kun je ook met de ISSO 51 een juiste dimensionering maken. In een uitvoerige vergelijking zet KERN de verschillen tussen de nZEB-tool en ISSO 51 voor u op een rij. Download de white paper: